Bahá’í-geschriften

Bahá’í Referentiebibliotheek

 

Bahá’u’lláh openbaarde in Zijn Heiligste Boek: “De Heer heeft een ieder die dat wenst, toegestaan te worden onderricht in de verschillende talen van de wereld, opdat hij de Boodschap van de Zaak Gods in het gehele Oosten en het gehele Westen kan uitdragen, opdat hij melding van Hem make onder de volkeren en geslachten der aarde op zodanige wijze dat de harten zullen opleven en het verterende gebeente met nieuw leven wordt bezield.”

Toen het Geloof aan het eind van de negentiende eeuw in het Westen wortel schoot, was de Meester zich bewust van de noodzaak dat de Geschriften van Bahá’u’lláh, en Zijn eigen brieven naar de gelovigen in het Westen, naar het Engels vertaald moesten worden. Zijn oudste kleinzoon, Shoghi Effendi, studeerde met dat doel Engels in Beiroet en Oxford. Na zijn benoeming in ‘Abdu’l-Bahá’s testament als Behoeder werd Shoghi Effendi de voornaamste vertaler van de Bahá’í-geschriften naar het Engels. Sindsdien zijn Shoghi Effendi’s vertalingen een onschatbare bron van inspiratie en leiding geweest voor de volgelingen van het Geloof in de Westerse Wereld, en vormden ze de basis voor vertalingen naar inmiddels meer dan achthonderd andere talen.

De voortreffelijke beheersing van de Arabische, Perzische en Engelse taal van Shoghi Effendi en zijn zorgvuldige keuze van woorden stelden de standaard voor alle daaropvolgende bahá’í-vertalingen. Hij vertaalde belangrijke werken van Bahá’u’lláh naar het Engels, zoals De Verborgen Woorden (1929), Het Boek van Zekerheid (1931) en de Epistle to the Son of the Wolf (1941). Daarnaast gebruikte hij uittreksels uit deze werken en andere essentiële passages in de anthologieën Bloemlezing uit de Geschriften van Bahá’u’lláh (1935) en Prayers and Meditations of Bahá’u’lláh (1938). Hij vertaalde daarnaast vele andere gebeden en passages van Bahá’u’lláh, de Báb en ‘Abdu’l-Bahá en gebruikte die in zijn eigen brieven. Shoghi Effendi herschiep ook in het Engels een authentiek verslag in het Perzisch van de vroege geschiedenis van het Geloof, bekend als Nabíl’s Narrative, the Dawn-Breakers (1932).

In Nederland kunnen we ons gelukkig prijzen met de bijdragen die vele vrienden jarenlang hebben geleverd aan verschillende vertalingen naar het Nederlands. Dankzij deze toegewijde inspanningen zijn de Heilige Geschriften en de leiding van Shoghi Effendi en het Universele Huis van Gerechtigheid voor ons allen toegankelijk gemaakt, opdat “de harten zullen opleven en het verterende gebeente met nieuw leven wordt bezield.”
U vindt in de Bahá’í Referentiebibliotheek de in het Nederlands digitaal beschikbare Geschriften van Bahá’u’lláh, de Báb en ‘Abdu’l-Bahá, de werken van Shoghi Effendi, boodschappen en brieven van het Universele Huis van Gerechtigheid en compilaties.

De volgende Bahá’í-geschriften worden door de ouders gebruikt tijdens de kinderklassen:

Compilatie Opvoeding